Het confessionele onderwijs biedt een beter vertrekpunt om de integratie te bevorderen dan het openbaar onderwijs. Want wie zelf niets te zeggen heeft, kan geen dialoog met andersdenkenden aangaan, stellen mgr. Jan Hendriks en Titus Frankemölle.
Ook dit jaar beginnen zo’n 250.000 kinderen hun schoolloopbaan in het primair onderwijs. Twee derde van deze jonge leerlingen gaat naar een confessionele school; het katholiek onderwijs is zelfs sinds jaar en dag de grootste ‘onderwijssoort’ van Nederland. De vragen die soms klinken bij de legitimiteit van het confessionele onderwijs in deze tijd van ontkerkelijking, worden door de meeste ouders dus niet gedeeld. Protestantse en katholieke scholen hebben in hun ogen meer te bieden en zijn onmisbaar om de integratie en verdraagzaamheid in onze multiculturele samenleving te bevorderen.
Artikel 23 afschaffen?
Het befaamde artikel 23 in de Nederlandse grondwet regelt de vrijheid van onderwijs. Nog steeds maken ouders en anderen hier dankbaar gebruik van door een eigen, bijzondere school op te richten. Het vormt ook de juridische basis om het confessioneel onderwijs te beschermen.
Wel hebben protestantse en katholieke scholen een andere functie gekregen dan in het verleden. Waar de vrijheid van onderwijs in de vorige eeuw vooral de maatschappelijke verzuiling doortrok naar het schoolplein, vormen confessionele scholen in deze tijd pluriforme gemeenschappen van leraren en leerlingen met zeer uiteenlopende achtergronden. Ook op katholieke scholen is het aandeel katholieke leerlingen vaak beperkt en zijn met name moslimleerlingen vaak veel mondiger om hun geloof ter sprake te brengen dan anderen. Kan een school zich dan nog wel katholiek blijven noemen? Moeten we misschien zelfs artikel 23 maar helemaal afschaffen, bijvoorbeeld om radicalisering op ultraorthodoxe moslimscholen tegen te gaan?
Het gesprek aangaan
In de katholieke visie wordt de identiteit van de school niet bepaald door de achtergrond van de leerlingen, maar door de missie van de school. Over de hele wereld staan katholieke scholen bekend om hun onderwijskwaliteit, maar ook om de waarden die zij jonge mensen bijbrengen, soms zelfs op scholen waar geen enkele leerling katholiek is. De veelkleurigheid aan leerlingen op een katholieke school is daarom soms een uitdaging maar vooral een uitnodiging om met elkaar het gesprek aan te gaan, met respect voor de onderlinge verschillen en de unieke waarde van iedere mens
Jonge mensen vormen
Volgens paus Franciscus is de interculturele dialoog niet voorbehouden aan theologen, maar juist primair aan de ‘dialoog van het dagelijkse leven’ waaruit vriendschap kan ontstaan. Het onderwijs is daarom ook een ‘oefenschool’ voor de samenleving waarin gedeelde waarden worden blootgelegd, aangereikt en gevoed. Het vormen van jonge mensen tot verantwoorde burgers, zoals minister Slob van Onderwijs het graag ziet, behoort tot de kerncompetenties van een katholieke school.
Het beeld dat het confessionele onderwijs een archaïsche reliek van het verzuilde verleden zou zijn, is daarom volstrekt misplaatst. Sterker, het confessionele onderwijs biedt een beter vertrekpunt om de integratie te bevorderen dan het openbaar onderwijs. Wie zelf niets vindt of te zeggen heeft, kan ook de dialoog met andersdenkenden niet aangaan.
Kennelijk onderschrijven de meeste Nederlandse ouders dat en kiezen zij, zelfs wanneer ze niet of nauwelijks bij een kerkgenootschap betrokken zijn, uit overtuiging voor een katholieke of protestantse school. Ook omdat deze scholen vruchtbare waardengemeenschappen vormen die onmisbare bagage meegeven voor de persoonlijke ontwikkeling van jonge mensen.
Wat ons drijft
De groeiende pluriformiteit van de Nederlandse samenleving stelt hoge eisen aan ons vermogen om de boel bij elkaar te houden. Met het weren van religie en levensbeschouwing uit de publieke ruimte maakt de samenleving zich doof en blind voor diep verankerde levensovertuigingen.
Ook in het onderwijs moeten deze overtuigingen alle ruimte krijgen. Niet alleen door met artikel 23 de mogelijkheid te bieden om nieuwe scholen op te richten maar ook om een bloeiend confessioneel onderwijs te behouden waarin de interculturele dialoog iedere dag gevoerd wordt. We kunnen beter met elkaar het gesprek aangaan dan te zwijgen over wat ons ten diepste drijft. Afgedwongen neutraliteit is de beste voedingsbodem voor de radicale verleiding om de samenleving de rug toe te keren.
+ Mgr. Jan Hendriks is bisschop-referent voor het onderwijs. Titus Frankemölle is voorzitter van de Nederlandse Katholieke Schoolraad.