Leerlingen bestuderen zelf het verhaal van de Barmhartige Samaritaan
Dr. Bill Banning – docent d’Oultremontcollege (OMO) Drunen
Sinds drie weken mogen ondergetekende en al mijn onderwijscollega’s weer digitaal lesgeven via TEAMS. In mijn zes derde klassen havo-vwo stond het Bijbelverhaal van de Barmhartige Samaritaan op de planning en wie me een beetje kent, weet dat ik ervan houd om die te vertellen. Maar het leek me niet wijs om de leerlingen 30 minuten lang via de camera naar mijn vertelsels te laten luisteren. Dus besloot ik het verhaal – met mijn uitleg – naar de leerlingen te mailen met het verzoek er twee zinnen uit te kiezen en daarover een uitgebreide mening te geven via een chat naar mij.
Strijdgesprek met valstrik: strop om de nek?
Vooraf kort iets over dit vrij bekende verhaal dat lijkt op te roepen om ook iemand die je niet mag (Samaritanen werden gehaat door de Joden en vice versa) te helpen. Het verhaal gaat echter veel dieper, het is een strijdgesprek op leven en dood. Een Schriftgeleerde vraagt Jezus wat het hoogste gebod is. Jezus speelt die vraag terug en vraagt het aan de wetgeleerde. De reden ligt in de haat van de Schriftgeleerde naar Jezus toe. Als Jezus had geantwoord (beiden kenden het antwoord) “Gij zult de Heer uw God beminnen met heel uw hart, heel uw ziel, heel uw verstand en al uw krachten”, dan was de Schriftgeleerde linea recta naar de Romeinen gestapt om Jezus te betichten van opstandigheid (want de Romeinse bezetters vinden dat hun keizer God op aarde is). Maar nu Jezus die bal terugkaatste, stond de Schriftgeleerde in zijn hemd. Bovendien had hij door (en alle omstanders met hem) dat Jezus hem te slim af was geweest.
Om zich te rechtvaardigen zei hij toen: “Maar wie is dan mijn naaste?”. Toen vertelde Jezus het bekende verhaal van de Barmhartige Samaritaan. Op het einde vraagt Jezus aan de Schriftgeleerde wie een echte naaste was en dan zegt de wetgeleerde: “De Samaritaan”. Daarom zei Jezus op het einde tegen hem: “Doet gij evenzo”. Oftewel: “Haat me niet, stel me geen strop-vragen, maar heb lief”. Over dit verhaal gaven de leerlingen dus hun mening. Op het einde blik ik kort terug vanuit het oogpunt van ‘bridging diversity’.
Leerlingen inspireren…
Tot mijn grote verbazing én vreugde bleek dit veel meer kansen te bieden dan ik had durven dromen. De ene na de andere chat ‘floepte’ binnen met vaak de prachtigste meningen. Normaal denk je als leraar je leerlingen te moeten inspireren, maar nu (en wel vaker) inspireerden de leerlingen mij. Dat is pas goed onderwijs: als je als leraar leert van je leerlingen. Hieronder geef ik een aantal van hun reacties. Mijn indruk is in elk geval dat Bijbelverhalen zeker tot de verbeelding kunnen spreken. Bovendien blijken de leerlingen veel beter dan gedacht zelfstandig een (Bijbel-)verhaal te kunnen begrijpen en in de dynamiek daarvan kritisch mee te kunnen gaan.
- (anoniem): “Hij vroeg: ‘Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’” Het is verschrikkelijk! Dat je zo op deze manier iemand op de proeft stelt is gewoon absurd. Het lijk dan wel een onschuldige vraag, maar dat is het zeker niet. De wetgeleerde wil namelijk op deze manier Jezus doden. Het is dus een grote strikvraag.
- (anoniem): “Toen zei Jezus tegen hem: ‘Doet u dan voortaan net zo.” Ik vind dit een heel mooi gebaar. Jezus heeft namelijk door dat de wetgeleerde hem op de proef wou stellen. Ik vind dat Jezus dit op een perfecte manier afhandelt. Deze zin is ook heel liefdevol, maar het heeft ook een harde ondertoon. Het zegt namelijk ook, dat Jezus tegen de wetgeleerde zegt dat hij niet meer moet proberen om zulke strikvragen te zeggen. Eigenlijk zet Jezus de wetgeleerde door deze zin en dit verhaal even op z’n plek.
- (FK): “Jezus antwoordde: ‘Wat staat er in de wet geschreven? Wat leest u daar?“ Ik vind het een behoorlijk slimme opmerking van Jezus. De bedoeling van de wetgeleerde was namelijk dat wat Jezus ook zou antwoorden, hij altijd zou falen. Hij zou altijd opgepakt worden. Maar door de bovenstaande vraag terug te stellen, kon Jezus er toch onderuit komen en draaide hij de rollen om. Nu zou namelijk alles wat de wetgeleerde zou zeggen, hem naar de Romeinen sturen, i.p.v. Jezus. Ik vind het een uiterst bijzondere, enorm slimme uitspraak.
- (anoniem): Als zin heb ik gekozen “Wat staat er in de wet geschreven?”. Dit vind ik een mooie zin. Jezus wist, dat als hij de vraag zou beantwoorden, hij zou worden ‘opgehangen’, daarom heeft hij diegene zelf de vraag laten beantwoorden. Het antwoord van de wetgeleerde was het volgende: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.’ Jezus vond dat God het belangrijkste was, maar in die tijd vonden de mensen dat de keizer dat was, daarom liet Jezus de wetgeleerde de vraag zelf beantwoorden zodat Jezus niet als opstandeling gezien kon worden. Ik vind dit heel slim, zo heeft Jezus zijn standpunt gemaakt, maar komt hij niet verder in de problemen. Jezus reageerde op het antwoord van de schriftgeleerde dat hij goed had geantwoord. Als ik deze zinnen lees voel ik erbij dat Jezus heel puur is, toegewijd is aan zijn geloof, mensen niet de les wil lezen, maar ze juist de dingen in te laten zien. Jezus heeft eigenlijk het perfecte antwoord gegeven op de vraag: ‘Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen van het eeuwige leven?’ Ik vind dit een hele onbeschofte vraag, ik vind dat het leven, en dus ook het eeuwige leven, geen voorrecht is maar een gegeven recht waar iedereen die het verdient recht op heeft. Het is de drang van mensen om altijd meer te willen en beter te zijn dan anderen, het is eigenlijk iets mens eigen. Sommige mensen hebben dit onder controle, maar uiteindelijk wil iedereen toch meer, zo luidt het spreekwoord ‘het gras is altijd groener aan de overkant’. Sommige mensen kunnen deze drang niet bedwingen en willen alles verwoesten dat mooi en puur is, omdat ze dit zelf niet kunnen hebben. Ik vind dit niet goed, iedereen verdient iets moois en je moet blij zijn met wat je hebt en niet altijd maar meer willen, zo wordt niemand er gelukkiger door.
- (anoniem): De zin die ik heb gekozen is: “Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag liggen.” Ik heb deze zin gekozen, omdat ik hieruit opmaak dat goedheid wel groter en beter is dan woede en haat. Ik heb heel de tekst een paar keer gelezen en bij iedere keer dat ik het stukje tekst las dacht en voelde ik hetzelfde. Ik voelde en dacht gelijk aan aardigheid, respect en dankbaarheid, maar ik dacht ook aan disrespect en jezelf beter vinden, dit dacht ik bij de eerste twee mensen die zomaar doorliepen. Ik vind het altijd heel mooi en prettig om te lezen en om te zien dat er nog steeds mensen zijn met respect, goedheid en aardigheid. Zelf vind ik dat de Joodse priester en de Joodse leviet het niet goed gedaan hebben. In het geloof wordt verteld dat je moet lief hebben en helpen en nog veel meer goede dingen, dit hebben de priester en de leviet niet gedaan. Het lijkt wel of ze alleen geloven voor zichzelf en om te laten zien hoe goed ze zijn enz. en niet omdat het goed is om te geloven en elkaar te helpen. Ook al konden Joden en Samaritanen het niet goed met elkaar vinden, ze bleven in dit geval elkaar helpen en dankbaar zijn. Heel veel mensen kunnen hier iets van leren. Ik vind zelf dat het belangrijkste in het leven is dat je hart en ziel puur zijn, dus dat je elkaar helpt in nood, elkaar in hun waarden laat en dat je elkaar respecteert. Je kan iedere dag bidden en de bijbel lezen, maar dat maakt het niet goed als je andere mensen slecht behandelt. Zo werkt het leven niet. Niemand is perfect, maar ik vind dat als je elkaar goed behandelt en respecteert je aardig dicht bij komt.”
- BvD: “Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven”. Ik vind het een ongelofelijk zielige daad van de Schriftgeleerde. Hij probeert Jezus gewoon te chanteren. Ik vind het erg om te lezen hoeveel haat er in het spel is en dat de Schriftgeleerde alleen maar aan zichzelf denkt. Hoe Jezus de bal vervolgens terugkaatst vind ik persoonlijk legendarisch. Zulke acties maakt Jezus wie hij is en hoe hij alles vredig kan oplossen.
- BvD: “De wetgeleerde zei: ‘De man die medelijden met hem heeft getoond.” Na afloop vroeg Jezus aan de Schriftgeleerde wie de gewonde man het best had geholpen. Ik vind het geniaal hoe Jezus de Schriftgeleerde laat vertellen dat de Samaritaan de man heeft geholpen. En niet de mensen van de joodse gemeenschap. Ik vind het een erg mooi moraal hebben want de Samaritaan weet niks van de afkomst van de gewonde man en toch helpt hij hem. Daar word ik blij van en ik vind het een super goede gedachte dat je iedereen moet liefhebben. Zelfs je vijanden.
- (anoniem): Ik vind dat de Barmhartige Samaritaan een echte wereldburger is. Ook vind ik het erg bijzonder dat hij zich niet laat leiden door de afkomst van de Joodse persoon. Als hij wel rekening had gehouden met de afkomst van de man, had hij hem waarschijnlijk overgelaten aan zijn lot. De Barmhartige Samaritaan is een voorbeeld van een persoon die de wereld van tegenwoordig erg nodig heeft. Deze man houdt namelijk geen rekening met de afkomst van iemand, dus discrimineert hij ook niet. Tegenwoordig worden heel veel mensen niet geholpen door hun afkomst, wat natuurlijk nergens op slaat. Ook worden veel mensen over een kam gescheerd en als een geheel beschouwd. De Barmhartige Samaritaan hield daar helemaal geen rekening mee, hij hielp de man gewoon. Het maakte hem dus niks uit dat de man Joods was, ook al zijn Joden volgens de Samaritanen slecht. Hij keek naar de persoon zelf, en zag dat hij hulp nodig had.
Ook laat de Barmhartige Samaritaan mij aan mijn verleden denken, omdat ik niet iedereen geholpen heb die ik had kunnen helpen. Als ik dan dit verhaal hoor, voel ik me schuldig. Want ik hielp sommige mensen niet die niet eens gehaat worden, terwijl hij mensen helpt die wel gehaat worden. Voor zulke mensen kun je alleen maar respect hebben en er een voorbeeld aan nemen. Als iedereen op de wereld vaker aan deze man dacht, zou racisme en discriminatie een stuk verminderd worden.
Ook vind ik dat de joodse priester en de joodse Leviet een ergere daad hebben verricht dan dat de rovers hebben. Natuurlijk zijn de rovers schuldig, maar degene die de man genegeerd hebben en hem aan zijn lot overgelaten hebben, zijn misschien nog wel minstens zo schuldig.
Als je terugblikt op dit soort situaties, merk je dat je jezelf eigenlijk een spiegel voor moet houden. Dan zou je jezelf vragen kunnen stellen als: “Waar had ik op gehoopt als ik de gewonde man was?” of “Wat had de Jood gedaan als ik gewond was?”. Als je op deze vragen beantwoord, merk je dat je een grote fout bent begaan.
- (FK): “Een Samaritaan (joden en Samaritanen haten elkaar) echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag liggen.” Deze zin laat echt zien hoe de mens in elkaar zit en hoe de mensheid hoort te zijn. Dit is precies waarom we van elkaar houden, waarom we er voor elkaar zijn. Ook al ben je niet van de zelfde afkomst, ben je niet zo rijk als anderen of zie je er anders uit, het gaat om je innerlijk. Om wie je van binnen bent, niet om hoe je eruit ziet. Om wie je echt bent, niet om wie de anderen willen dat je zou zijn. Het gaat om je hart, niet om je lichaam. Deze zin is in mijn ogen prachtig. De medelijden van de Samaritaan die de jood eigenlijk zou haten, raakte me, puur omdat dit in mijn ogen gewoon is waarom wij op deze wereld zijn.
- (anoniem): Ik vind het heel slecht van de andere mensen dat ze de gewonde niet helpen, want je moet iedereen helpen die hulp nodig heeft. Ook al mag je diegene misschien niet. Want stel het zou jou overkomen, dan zou jij het ook waarderen als iemand je helpt, zelfs al is het je allergrootste vijand. Stel dat de man dood was gegaan omdat niemand hem geholpen had, dan hadden zijn kinderen misschien wel op moeten groeien zonder een vader, terwijl jij daar makkelijk iets aan had kunnen veranderen. Ik vind het heel goed en heel dapper dat de Samaritaan (de vijand dus eigenlijk) hem hielp. De gewonde man had de Samaritaan ook in de rug kunnen steken toen die hem hielp, dus daar was heel veel moed voor nodig.
Bridging diversity
In meerdere opzichten lijkt me (achteraf gezien) deze les bij te dragen aan ‘bridging diversity’. Jezus overbrugt de haat van de Schriftgeleerde op een creatieve manier en roept hem op tot meeleven en liefde. In het door Jezus vertelde verhaal overbrugt de Samaritaan de kloof tussen Joden en Samaritanen (terwijl het verhaal op pijnlijke wijze de kloof binnen de Joodse beleving indertijd blootlegt).
Ook overbruggen leerlingen 2000 jaar afstand door dit oude verhaal opnieuw te verstaan en zo tot leven te brengen. Ten slotte, uit de reacties is op te maken dat leerlingen zich hierdoor bevestigd en geïnspireerd weten tot sociaal handelen. Kortom, bruggen genoeg die hoop geven op het bouwen aan een harmonieuze samenleving.
Bron: Evangelie van Lucas 10: 25-37